Leerdoelen

Voorlezen is erg belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen, zowel op het gebied van taalvaardigheid (bijv. woordenschat), sociale vaardigheid (bv. inlevingsvermogens) als cognitieve vaardigheid (bv. probleemoplossend vermogen). Per leeftijdsfase verschillen deze specifieke leerdoelen enigszins, daarom zijn zij hieronder per leeftijdsfase uiteengezet.

Het is belangrijk om te beseffen dat het voorlezen niet ter vervanging dient van het zelfstandig lezen door kinderen zelf; voorlezen is niet alleen belangrijk voor kinderen die zelf nog niet kunnen lezen, maar ook nog voor kinderen die al zijn begonnen met het leren lezen of dit zelfs al helemaal onder de knie hebben. Om goed te kunnen lezen, oftewel begrijpend lezen, moeten kinderen namelijk een aantal dingen onder de knie hebben:

  • woordbeeld: welke letter(combinatie) bij welke klank hoort
  • woordbegrip: welke betekenis bij welk woord hoort, oftewel woordenschat
  • tekstbegrip: een hele zin kunnen begrijpen zonder een illustratie nodig te hebben

Wanneer kinderen beginnen met het leren lezen, oftewel technisch lezen, hebben zij dit vaak nog niet onder de knie. Zij leren dan wel hoe zij woorden moeten oplezen, maar begrijpen de inhoud niet, omdat het zelf lezen nog te moeizaam gaat. Het is daarom belangrijk om te blijven voorlezen, zodat de kinderen blijven oefenen met het begrijpend lezen (woordbeeld, woordbegrip en tekstbegrip). Bovendien sluiten de verhalen van de zelfleesboekjes op AVI-niveau, dat wat de kinderen leestechnisch aankunnen, vaak niet aan bij het ontwikkelingsniveau van de kinderen, dat wat de kinderen interessant vinden of waar zij iets van leren.

Met name wanneer kinderen lezen echt moeilijk vinden, zoals bij dyslexie, tweetaligheid of een ontwikkelingsstoornis, blijft voorlezen erg belangrijk voor de ontwikkeling van het kind. Deze kinderen moeten het lezen, ondanks de problemen met het technisch lezen, blijven associëren met iets leuks, zoals voorlezen. Ook kinderen die het erg druk hebben, hebben baat bij het voorgelezen worden.

Tenslotte zijn boeken ook geschikt om bepaalde moeilijke of belangrijke kwesties te bespreken, wanneer je het lastig vindt om hierover te praten, zoals 'de dood', pesten, de geboorte van een broertje of zusje, etc.. Door dit aan de hand van een boek te bespreken, beseft een kind ook dat het niet de enige is, die hiermee om moet (leren) gaan.


Kinderen van 4 en 5 jaar oud

Leerdoelen op taalgebied:

  • Het leren van abstracte, niet tastbare woorden (zoals boos, verdrietig, spannend, maar ook hoog, in, op, voor, etc.).
  • Het vertrouwd raken met letters.
  • Het vertrouwd raken met de opbouw van een verhaal; leren een verhaal te vertellen en te begrijpen.

Leerdoelen op sociaal gebied:

  • Het leren verwoorden van emoties; grip krijgen op emoties.
  • Het leren inbeelden van gevoelens van andere kinderen.

Leerdoelen op denk gebied:

  • Het leren denken over de wereld.
  • Het stimuleren van fantasie; een toename van verbeeldingskracht.

Kinderen van 4 en 5 jaar houden vaak van verhalen over leeftijdsgenoten en van verhalende versjes. Let op: het is belangrijk dat verhalen over emoties uitgevoerd worden door dierenfiguren en niet door mensen. Dit zorgt ervoor dat kinderen een afstand kunnen creëren tussen de eigen gevoelens, en de gevoelens die in het boek aan bod komen. Anders kan een boek veel te 'eng' worden voor deze kinderen.

In deze leeftijdsfase zijn goed ondersteunende prenten, oftewel plaatjes, erg belangrijk. De plaatjes moeten de tekst ondersteunen, maar ook leiden tot verkennen, kijken en zoeken.

In deze leeftijdsfase kunnen de kinderen al 15 à 25 minuten geconcentreerd luisteren. 

Kinderen van 4 en 5 zijn al goed in staat om zelf boeken uit te kiezen. Het is echter belangrijk om te controleren of de boeken wel geschikt voor ze zijn; niet te moeilijk en niet te makkelijk. Bovendien zijn de kinderen geneigd om telkens dezelfde boeken te pakken; hoewel herhaling goed is, is het ook belangrijk om variatie aan te bieden, wat betreft het soort verhaal, de stijl en de illustraties. 


Kinderen van 6 jaar oud

Leerdoelen op taalgebied:

  • Het vertrouwd raken met de opbouw van een verhaal; leren een verhaal te vertellen en te begrijpen.
  • Het vertrouwd raken met letters.
  • Het vergroten van de woordenschat.
  • Het stimuleren om zelf te gaan lezen.

Leerdoelen op sociaal gebied:

  • Het leren inbeelden van gevoelens van andere kinderen.
  • Het leren van abstracte humor, zoals ironie.
  • Het kennismaken met andere tijden, andere culturen, andere gewoonten en andere werelden.

Leerdoelen op denk gebied:

  • Het leren denken over de wereld.
  • Het stimuleren van fantasie; een toename van verbeeldingskracht.

In deze leeftijdsfase zijn goed ondersteunende prenten, oftewel plaatjes, nog steeds belangrijk. De plaatjes moeten de tekst ondersteunen, maar ook leiden tot verkennen, kijken en zoeken.

In deze leeftijdsfase kunnen de kinderen 15 à 25 minuten geconcentreerd luisteren. 

Kinderen van 6 zijn al goed in staat om zelf boeken uit te kiezen. Het is echter nog steeds belangrijk om te controleren of de boeken wel geschikt voor ze zijn; niet te moeilijk en niet te makkelijk. Ook nu blijft het belangrijk om variatie aan te bieden, wat betreft het soort verhaal, de stijl en de illustraties, maar nu om een bijdrage te brengen aan de ontwikkeling van hun smaak. Herhaling blijft eveneens goed. 


Kinderen van 7 en 8 jaar oud

Leerdoelen op taalgebied:

  • Het vergroten van de woordenschat.
  • Het stimuleren om zelf te gaan lezen.

Leerdoelen op sociaal gebied:

  • Het leren inbeelden van gevoelens van andere kinderen.
  • Het leren van abstracte humor, zoals ironie.
  • Het kennismaken met andere tijden, andere culturen, andere gewoonten en andere werelden.

Leerdoelen op denk gebied:

  • Het leren denken over de wereld.
  • Het stimuleren van fantasie; een toename van verbeeldingskracht.

In deze leeftijdsfase zijn prenten niet meer zo belangrijk. Nu kunnen langere verhalen voorgelezen worden, met meer tekst en weinig plaatjes.

Kinderen van 7 en 8 zijn al goed in staat om zelf boeken uit te kiezen, toch blijft het belangrijk om het niveau te controleren, met name dat het niet te makkelijk is. Ook nu blijft het belangrijk om variatie aan te bieden, wat betreft het soort verhaal, de stijl en de illustraties, maar nu om een bijdrage te brengen aan de ontwikkeling van hun smaak. Herhaling blijft eveneens goed. 


Kinderen van 9 jaar oud

Leerdoelen op taalgebied:

  • Het vergroten van de woordenschat.
  • Het stimuleren om zelf te gaan lezen.
  • Het vertrouwd raken met poëtisch of literair taalgebruik.

Leerdoelen op sociaal gebied:

  • Het leren inbeelden van gevoelens van andere kinderen.
  • Het leren van abstracte humor, zoals ironie.
  • Het kennismaken met andere tijden, andere culturen, andere gewoonten en andere werelden.

Leerdoelen op denk gebied:

  • Het stimuleren van fantasie; een toename van verbeeldingskracht.
  • Het ontdekken van de wereld; kennismaken met kinderencyclopedieën, natuurkunde- en geschiedenisboeken.

Nu kunnen langere verhalen voorgelezen worden, met veel tekst een geen tot weinig plaatjes. Kinderen van 9 jaar oud houden van verhalen over realistische mensen en / of kinderen. Dierenfiguren zijn niet meer nodig en / of interessant.

Kinderen van 9 zijn heel goed in staat om zelf boeken uit te kiezen, ze hebben hier zelden hulp bij nodig.